Diagnostiek

Diagnostiek

Klinische symptomen veroorzaakt door parasieten zijn vaak niet karakteristiek voor een specifieke parasitaire infectie. Bepaalde symptomen kunnen wel wijzen op een mogelijke parasitaire infectie maar in veel gevallen moet een specialist geraadpleegd worden. Vaak is alleen zekerheid te verkrijgen door het aantonen van de parasiet in bloed, feces, urine of beenmerg. Deze parasitologische diagnostiek vereist een zekere mate van expertise en moet meestal in een laboratorium uitgevoerd worden.

In routinematig laboratoriumonderzoek van bijvoorbeeld bloed, feces, urine of beenmerg worden parasieten vaak niet aangetoond. Het is meestal nodig heel gericht naar parasieten te zoeken.

Wanneer een diagnose van een parasitaire infectie wordt gemist, wordt dit meestal veroorzaakt doordat men niet aan de mogelijkheid van een parasitaire infectie heeft gedacht. Aanwijzingen over mogelijk te verwachten parasieten behoren te worden gegeven door een huisarts of specialist. Belangrijke informatie hierbij kan het 'reisverleden' van de patiënt zijn. Ook wanneer een verblijf in de (sub)tropen maanden of zelfs jaren geleden plaatsvond, kan men een parasitaire infectie opgelopen hebben, die op het moment van onderzoek een rol speelt in het ziektebeeld. Wanneer gevraagd wordt naar 'verblijf in het buitenland', wordt meestal gedacht aan een verblijf in de (sub)tropen maar voor sommige infecties zijn ook minder verre reisdoelen van belang (bijvoorbeeld het oplopen van de parasitaire infectie leishmaniasis in het Middellandse Zee gebied).

Infecties met sommige parasieten veroorzaken altijd ziekteverschijnselen, zoals bijvoorbeeld infecties met malariaparasieten. Bij veel parasieten verloopt een infectie zonder (klinische) symptomen en vaak weet men daarom niet dat men met een parasiet geïnfecteerd is. Ook zijn er parasieten die maar bij een (klein) percentage van de geïnfecteerde mensen ziekteverschijnselen veroorzaken.

Daarnaast zijn er infecties met parasieten die in 'gezonde' mensen geen symptomen veroorzaken, maar wel bij mensen waarvan het immuunsysteem ernstig verzwakt is (imuun-deficiënte patiënten) bijvoorbeeld door een HIV-infectie, ouderdom of immuno-suppressieve behandelingen (zoals bestraling of behandeling met cytostatica, corticosteroïden).

Diagnostische centra

Parasitologisch onderzoek van feces, urine, en bloed vindt in Nederland plaats in een honderdtal laboratoria. Een aantal laboratoria in Nederland heeft zich geprofileerd als landelijk centrum op het gebied van de parasitologische diagnostiek. Deze laboratoria hebben een klinisch georiënteerde en service verlenende functie met betrekking tot medische parasitologische diagnostiek en de dagelijkse patiëntenzorg. (zie Diagnostische centra op deze pagina)

Kwalteitsbewaking van de parasitologische diagnostiek

Op verschillende wijzen wordt gepoogd de kwaliteit van de parasitologische laboratoriumdiagnostiek te garanderen. Deze activiteiten gebeuren onder auspiciën van de Nederlandse Vereniging voor Parasitologie.

1) Nascholingscursussen worden georganiseerd door lokale bureaus voor Post-Academisch Onderwijs en door instellingen voor Hoger Laboratorium Onderwijs. Deze cursussen behandelen een breed scala aan parasitaire infecties. Er zijn cursussen op HLO niveau gericht op (beginnende) analisten of cursussen op PAOG niveau gericht op ervaren analisten en academici, waarbij meer aandacht wordt besteed aan epidemiologie, pathogenese en therapie van parasitaire infecties. Daarnaast zijn er specifieke cursussen die bepaalde technieken behandelen, zoals bijvoorbeeld opfrisdagen voor malariadiagnostiek.

2) Laboratoria/ziekenhuizen kunnen deelnemen aan een nationaal systeem van externe kwaliteitsborging. Deze taak wordt uitgevoerd door de sectie Parasitologie binnen de Stichting Kwaliteitsbewaking Medische Laboratoriumdiagnostiek (SKML).

3) Er is een werkgroep Klinische Parasitologie die regelmatig bij elkaar komt voor het bespreken van de ontwikkelingen op het gebied van diagnostiek en behandeling van parasitaire infecties.

Verder is de NVP betrokken bij:

  • Organiseren en begeleiden van overleg tussen diagnostische centra.
  • Stimulering en begeleiding van de organisatie van symposia en werkgroepbijeenkomsten.
  • Bijdragen aan organisatie van kwaliteitsborging parasitologische laboratorium diagnostiek.
  • Faciliteren van internet als medium voor kennisoverdracht.
  • Subsidies voor het bezoek aan congressen of volgen van cursussen.
  • Accreditatie van bij- en nascholings cursussen op het gebied van medische parasitologische laboratorium diagnostiek.